Bedrijfsverzamelgebouw De Plint (Tilburg).
Inclusiviteit en verbindingen tussen schoolgebouw en wijk
Tekst: Ysbrand Visser; beeld: Maarten Noordijk
Bij Brique Architecten houdt Suzanne Ellis zich met name bezig met het renoveren en bouwen van scholen. Waar we in de samenleving veel polarisatie tegenkomen en de afstand tussen arm en rijk zien groeien, kiest Ellis er juist voor om in haar projecten inclusiviteit en verbinding steeds te laten terugkomen.
Suzanne Ellis: ‘Meer verwevenheid en functiemenging zorgt voor meer inclusiviteit’ (foto: Peter van Aalst).
Stedebouw & Architectuur: Waar komt de drijfveer vandaan om vooral met scholenbouw bezig te zijn?
Suzanne Ellis: “Het interessante van scholenbouw is de maatschappelijke waarde die zo’n gebouw heeft. Zo is het in het onderwijs, met toch heel beperkte budgetten, altijd een uitdaging om zoveel mogelijk ruimte en kwaliteit voor de kinderen eruit te halen. Terwijl we weten hoe belangrijk het is om in die eerste jaren van je leven op een prettige plek, met een veilige basis, onderwijs te krijgen. De betrokkenheid bij wat er op een school gebeurt, heeft mij altijd aangesproken. Hoe is de sfeer, hoe ziet de dag eruit, waar werk je naartoe met de kinderen? Het is als architect mooi ze te helpen om verder te kijken en zich te ontwikkelen. Vaak zijn scholen bezig met de waan van de dag, maar hoe ziet de toekomst er uit? Wat zou je naast het leren nog meer willen in die school? Je bent, denk ik, meer in gesprek met de mensen die uiteindelijk het gebouw gaan gebruiken dan wanneer je een appartementencomplex met standaard woningplattegronden of een kantoor ontwerpt.”
'De leerlijn van de kleintjes vloeit vanzelf over in het speelgebied van oudere leerlingen’
S&A: Zou je dan wel willen werken aan een kantoor op de Zuidas?
SE: “Zeker wel”, lacht ze. “Ik heb wel ervaring met andere typen architectuur. Voor een project in Brabant ontwierpen we een heel mooie toren, maar door een wisseling van de opdrachtgever werd die voor mijn neus weggekaapt. Het lijkt me een enorme uitdaging om een gebouw op de Zuidas te maken. Het zou spannend zijn om te zien of we het anders zouden kunnen doen dan de overwegend kille torens op de Zuidas.
Ik zou graag willen nadenken over hoe de plinten eruitzien en hoe dat werkt. Want als je op de Zuidas loopt, voel je je niet per se meteen heel welkom. Wij staan voor een architectuur waar de betrokkenheid bij de gebruikers leidend is. Onze kracht is het verbinden van partijen.
Luisteren, doorvragen en de gemeenschappelijke waarden vinden. Ons primaire doel is niet het winnen van prijzen of het maken van puur esthetisch werk. Juist de verfijning, schoonheid en materialiteit van ons werk staan ten dienste van het gebruik. Een ontwerpproces is een afweging van allerlei belangen en onze eigen esthetiek is daaraan ondergeschikt. Opdrachtgevers waarderen dat en we merken dat we ons steeds meer verbreden en groeien naar grotere maatschappelijke opgaven, zoals de nieuwe bibliotheek in het centrum van Hilversum.”
S&A: Hoe ontwerp je met die werkwijze een schoolgebouw?
SE: “Een schoolgebouw staat ten dienste van het primaire proces: dat leerlingen zich er thuis voelen, dat docenten goed kunnen lesgeven en dat het flexibel is. Dat gaat soms weleens ten koste van een mooie steen of de afwerking, maar daarmee moet je als architect kunnen omgaan. Alle gebouwen die we tot nu toe hebben gemaakt, óók met beperkte budgetten, zijn toch een heel bijzonder rijke omgeving geworden. Daarbij zijn inclusiviteit en verbinding de thema’s die in alle projecten terugkomen, vooral ook door de huidige polarisatie in de samenleving en de groei tussen arm en rijk. Daarmee zijn we op verschillende schalen bezig, zowel op de schaal van een gebouw als de schaal van de stad. Met vraagstukken als: wat is de beste plek voor deze school in de stad? Hoe kunnen we de school en de maatschappij meer met elkaar verweven? Hoe moet die school eruitzien? Is er meer nodig dan alleen lesgeven? Wat kan de stad bijdragen aan de school en hoe kan die school een impuls geven aan een kansarme wijk? Want een school is toch vaak de plek die het meest laagdrempelig is voor mensen om elkaar te ontmoeten.”
Vellesan College, IJmuiden: 'Een heel mooie, grote aula, die meer aanvoelt als een chique theater'.
Inspiratie
Suzanne Ellis is opgeleid in Oxford (bachelor) en Delft (master) en werkte onder meer bij de bureaus van Herman Hertzberger en Liesbeth van der Pol (Dok architecten). Bij beide kwamen onderwijs en andere maatschappelijke opgaves al aan bod. Het winnen van een prijsvraag (2009), was voor haar het startpunt om een eigen bureau te beginnen, Koning Ellis, dat in 2019 fuseerde tot Brique Architecten. Ellis: “In Oxford kreeg ik vooral de inspiratie van de kunst en literatuur mee. Het was een vrij kunstzinnige opleiding. In die studie was beeldvorming heel belangrijk, wat mooi complementair was aan de meer technische opleiding in Delft. Er werd in Engeland veel aandacht besteed aan hoe je je verhaal vertelt en presenteert. Film en kunst werden vaak gebruikt als startpunt voor de architectuur. Hoe kun je de sfeer overbrengen naar architectuur? Wat is schoonheid? Verder werd ik geïnspireerd door het werk van David Chipperfield en later door mijn werkgevers, Herman Hertzberger en Liesbeth van der Pol.”
S&A: Kun je hier voorbeelden van geven?
SE: “In Tilburg zijn we betrokken bij projecten waarbij op basis van het onderwijs en andere maatschappelijke functies, zoals sport, wordt gekeken hoe je die functies meer met en in de wijk kunt verweven. Daar wordt op stedenbouwkundig niveau onderzocht hoe je een as of route door een hele wijk kunt trekken, met om de zoveel momenten een functie waar je als wijkbewoner welkom bent en elkaar kunt ontmoeten. Op die manier bieden ze een basis aan kinderen van negen maanden tot zestien jaar, waardoor zij heel gemakkelijk toegang krijgen tot onderwijs en sport, maar ook tot welzijn en cultuur. In opdracht van de gemeente Groningen denken we mee over de toekomst van speciaal onderwijs in de stad. Hoe kan het onderwijs en de maatschappij meer met elkaar verweven worden? Wat is dan de beste plek voor een school? Meer verwevenheid en functiemenging zorgt voor meer inclusiviteit. Voor deze leerlingen is het belangrijk dat de drempel laag is om te mee te doen in de maatschappij en er niet buiten te staan. Door het onderwijs te combineren met bijvoorbeeld een kinderboerderij of vergaderruimte met horeca. Op die manier kan de school hopelijk ook een rol spelen bij de sociale cohesie van een wijk. Met het programma Schoolvoorbeeld onderzoekt Groningen niet alleen hoe je de beste school kunt bouwen, maar ook wat een goede verdeling van het onderwijs is in de stad. Zo kun je misschien voorkomen dat de gymnasia alleen in de rijke wijken staan.”
S&A: We horen wel dat architecten zich soms beperken tot het gebouw en al meteen het schoolplein vergeten.
SE: “Voor de buitenruimte is er momenteel veel meer aandacht, ook in relatie tot natuurbeleid, wateropvang en verhitting in de stad. Dat is minstens zo belangrijk als het gebouw. Ook wordt er beter gekeken naar de relatie met de onderwijsvisie en de doorlopende leerlijn. Het gebouw moet als integraal kindcentrum, voor kinderen van nul tot twaalf jaar, als één huis en thuis voelen. Daarbij zie je ook buiten leerpleinen ontstaan. De leerlijn van de kleintjes vloeit dan in de buitenruimte vanzelf over in het speelgebied van oudere leerlingen. Kinderen kunnen daar in hun eigen tempo onderzoeken wat het beste bij ze past. En het liefst wil je dat die ruimte ook nog natuurlijk uitwaaiert in de stad of park.”
‘In dit gebouw zijn voor het eerst transparante overheaddeuren toegepast’
S&A: Op welke gerealiseerde gebouwen ben je ten slotte vooral trots?
SE: “Dan denk ik aan het Vellesan College in IJmuiden. Deze vmbo-school zat in een heel oud, afstands gebouw. De nieuwbouw moest echt een plek worden om als scholier trots op te zijn.
Ze hebben er nu een heel mooie, grote aula, die meer aanvoelt als een chique theater. Je krijgt er nu het gevoel ‘ik tel mee’. De Basisschool Jules Verne in Utrecht ligt aan een nieuw groen plein met buurtfunctie. In dit energieneutrale gebouw zijn voor het eerst transparante overheaddeuren toegepast. Met één druk op de knop kun je heel snel wisselen tussen een open schoolgebouw en een gesloten klaslokaal. Leerkrachten kunnen de omgeving zo aanpassen aan de behoefte van de groep. Dat gaat over zaken als inclusiviteit, ontmoeting, openheid, veiligheid en rust. Dit zijn principes die we ook toepassen op andere gebouwen. Zoals bij de bibliotheek in Hilversum, waar we een plek maken waar iedereen zich welkom voelt, en bij bedrijfsverzamelgebouw De Plint in Tilburg, dat zoveel openheid uitstraalt dat het de hele straat heeft verlevendigd.”
Stedelijk Gymnasium Haarlem
Suzanne Ellis was nadrukkelijk betrokken bij de renovatie van het Stedelijk Gymnasium in Haarlem. Lees daarover ons verhaal: 3 eeuwen samen in 1 gerenoveerd monumentaal schoolgebouw.
Stedelijk Gymnasium (Haarlem).