Tekst Ysbrand Visser; Beeld: WIJ fotografie


In Amersfoort is het scholenbestand gemiddeld veertig jaar en ouder en dit betekent dat de gemeente de komende jaren een grote bouwopgave heeft op het gebied van onderwijshuisvesting. Alle scholen van het primair en voortgezet onderwijs worden de komende veertig jaar vervangen, aldus Verdam. Om daaraan met daadkracht invulling te kunnen geven, is er gekozen voor ‘doordecentralisatie’ (DDC) en zijn er twee corporaties opgericht: Samenfoort PO en Samenfoort VO. De schoolbesturen maken onderdeel uit van deze coöperaties. Onderdeel van de DDC is het integraal huisvestingsplan (IHP), waarin de bouwvolgorde van de scholen is vastgelegd. De nieuwbouw wordt, veelal per wijk, in tranches van vier jaar gerealiseerd.

De roep om bij nieuwbouw te werken met één bouwconcept waarvan meer scholen kunnen profiteren, is een van de punten waar het landelijk netwerk ‘Kopgroep Huisvesting’ zich mee bezighoudt. Daarin zitten schoolbestuurders uit de vier grote gemeenten aangevuld met Amersfoort, de thuisbasis van Verdam. De kopgroep vertegenwoordigt een heel groot gedeelte van het scholenbestand in Nederland en probeert door onderling overleg veel drempels gezamenlijk te slechten.

“We hebben de komende jaren een heel grote bouwopgave voor scholen”, begint Verdam, “maar de budgetten blijven daarbij achter. Als je dat efficiënter kunt doen, houd je budget over om met meer kwaliteit te bouwen. In de kopgroep van vijf gemeenten wordt dit idee nu al toegepast door vier scholen in Amersfoort.”

Basisplattegrond

Verdam is een groot voorstander van deze standaardisatie. “Als je tekeningen van tien willekeurige nieuwbouwscholen naast elkaar legt, kom je vaak op vrijwel dezelfde plattegrond uit. Ondanks een uniforme basisplattegrond kunnen de vorm, maatvoering, oppervlakte en zijbeuken allemaal verschillen. Veel hangt ook af van de dimensies van de kavel en de omgeving, binnenstedelijk of in een woonwijk. Het gaat mij er echter vooral om dat je het hele ontwerpproces niet elke keer opnieuw hoeft te doorlopen. Het kan echt efficiënter.”

Verdam schetst de actuele praktijk van de DDC-pilot in de wijk Schothorst. Hier zijn vier verschillende scholen van vier verschillende schoolbesturen (Meerkring, SKOSS-KPOA, PCBO Amersfoort en Cordeo) samen aan het werk gegaan met een bouwmanagementbureau, architect en bouwer: respectievelijk RYSE, architect 19 het atelier en Bouwbedrijf A. Huurdeman. Samen met 19 het atelier is een Uniform Basisgebouw (UBG) uitgewerkt.

De vier gebouwen zijn als losse opdrachten van vier schoolbesturen in de markt gezet, maar wel binnen de vorm van een raamcontract. De schoolbesturen zijn elk opdrachtgever van het UBG, het casco. In de aanbesteding werd nadrukkelijk gevraagd om gebouwen die flexibel zijn en makkelijk uit te breiden. Niet alleen werd er gewerkt met eenzelfde casco, maar ook met hetzelfde installatieconcept. Verder kan er zo worden samengewerkt op het gebied van onderhoud en beheer.

Uniek

Door een en dezelfde architect te gebruiken, is er bespaard op de ontwikkelkosten, kon de aannemer efficiënter bouwen en scheelden de werkzaamheden van de installatieadviseur ook veel kosten en tijd.

Verdam: “Het geld moet aan de binnenkant komen te zitten. Het gebouw moet natuurlijk aantrekkelijk ogen, maar het primaire proces gebeurt in de school. Door de omvang, de onderwijsconcepten, de materialisatie van de gevel en de verschillende kleuren van de interieurs heeft dit uiteindelijk vier totaal verschillende gebouwen opgeleverd. Daarbij is de angst voor uniformiteit ongegrond, want het zijn geen blokkendozen die er allemaal hetzelfde uitzien.”

Voor Verdam zijn de huidige opzet en ontwerpresultaten een aansporing om hiermee verder te gaan. “Hetzelfde casco gebruik ik nu alweer voor een andere, nieuwe school en ik zie letterlijk dat het heel veel geld scheelt. En heel veel tijd. Dat geld gebruiken we weer om een hogere kwaliteit voor die gebouwen te realiseren. Het ontwerp van het casco staat niet zomaar ter beschikking van andere schoolbesturen, maar ik kan me wel voorstellen dat dat op den duur een keer op de markt komt.” Wat er nu elders in het land gebeurt, kan Verdam niet met zekerheid schetsen, maar dat meerdere schoolbesturen tegelijk werken aan nieuwbouw, is volgens haar wel uniek.

‘Standaardisatie scheelt heel veel geld en heel veel tijd’

Toekomst scholen

Mede door de explosie van digitaal lesgeven in de coronatijd, is er volgens Thera Verdam opnieuw een discussie ontstaan of scholen in de toekomst nog wel nodig zijn. Verdam stelt echter: “Ik denk dat scholen altijd nodig zijn, zeker in het primair onderwijs. Vooral omdat ontmoeten zo belangrijk is voor kinderen. Misschien doen we straks allemaal van alles op laptops, maar het menselijke contact, het ontmoeten, blijft heel belangrijk. Bedenk dat een basisschool eigenlijk het enige moment is, waarbij je met kinderen met een diverse thuissituatie, of je nu in een flat woont of in een villa, in de klas zit. Het is de maatschappij in het klein. Afhankelijk van de wijk waar de school natuurlijk staat, want in sommige wijken is dat niet zo. Pas op de middelbare school krijg je de uitsplitsing naar opleidingsniveau, waardoor je in een soort bubbel komt te zitten. Daarom is en blijft het basisonderwijs zo belangrijk”, aldus Verdam.

Thera Verdam

Samen met haar collega’s bij de Stichting voor Katholieke Primair Onderwijs Amersfoort e.o. (SKOSS-KPOA) is Thera Verdam betrokken bij alle nieuwbouwprojecten en verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de 24 scholen van de stichting. Ze doet dit werk sinds 2011; eerst lange tijd alleen, maar nu als hoofd Huisvesting van een afdeling waar twee collega’s zijn bijgekomen. Er is soms sprake van renovatie van scholen, maar het gaat met name om nieuwbouw.

Schaalvoordeel en tijdelijke huisvesting

Onderhandelen en samenwerken

Het was Verdam die bovenstaande strategie initieerde in Amersfoort, waar zeven kleinere scholen worden vervangen door vier gebouwen. Door de keuze van wijkgebonden bouwen en het terugbrengen van het aantal onderwijsgebouwen, was het voor de verschillende schoolbesturen zaak om te gaan samenwerken. Verdam wilde bovendien dat die organen allemaal hetzelfde bouwtraject zouden afleggen en steeds hetzelfde proces zouden herhalen. Het moest toch efficiënter kunnen! En sneller. Een bijkomend voordeel van het goed samenwerken was bovendien het tijdens de bouw kunnen gebruiken van elkaars huisvesting als overbrugging naar de nieuwbouw. Dat scheelde liefst 400.000 euro aan tijdelijke huisvestingskosten, aldus Verdam. “Voor de scholen was het ook prettiger om in die tijd in een schoolgebouw te zitten in plaats van in tijdelijke units.”

In de woorden van Verdam ontstaat er nu in Schothorst een ‘scholenlandschap’ van gebouwen met minstens 250 leerlingen.

Die zijn daardoor levensvatbaar en toekomstbestendig, ook wat betreft het onderhoud en beheer. Verdam: “Over dat alles en het teruggaan van zeven naar vier scholen is natuurlijk wel onderhandeld. Want als je in een wijk een school sluit, ben je ook die positie in de wijk kwijt. Vervolgens is de samenwerking voor het gezamenlijk bouwen ontstaan, waarbij we soms wel een schoolbestuur over de streep moesten trekken. Dat lukte met argumenten als schaalvoordeel en tijdelijke huisvesting, maar het proces heeft wel een jaar geduurd.”

Echt grote hobbels kan Verdam zich echter niet herinneren of het moet de bouwvolgorde zijn. Want als de bouw van de eerste school uitloopt, geldt dat ook voor de volgende scholen. Ook het eventueel samenvallen met de start van een schooljaar is altijd een lastige kwestie. “Uiteindelijk is het samenwerken tussen schoolbestuurders”, besluit Verdam, “de sleutel geweest om de dingen voor elkaar te krijgen.”