Circulariteit in de praktijk: van daadkracht naar draagvlak
Het werkelijk toepassen van circulariteit is voor velen in de bouwsector nog steeds lastig. Bij adviesbureau Kragten zit het onderwerp inmiddels al goed ingebakken in alle werkmethodieken. Daardoor werd een wegrenovatie in Geleen uiterst circulair uitgevoerd binnen de bestaande budgettaire kaders en mét participatie van de bewoners.
Tekst: Ysbrand Visser; Beeld: Kragten
We spreken met Joop Schaghen en René Salden, de architecten van het programma CEES-Duurzaam, dat bij Kragten de leidraad is om duurzaamheid en dus ook circulariteit daadwerkelijk te kunnen toepassen in projecten. Een mooie casus waarin hun circulaire gedachtegoed echt tot zijn recht komt, betreft de herinrichting van de Norbertijnenstraat in Geleen. Daarbij was niet alleen de betrokken wethouder Leon Geilen (gemeente Sittard-Geleen) een belangrijke pion, maar ook het participatieproces. Het is Schaghen die met dat laatste al twintig jaar ervaring heeft en dat proces indeelt in een haalsessie, werksessies en een brengsessie.
Vier basisvragen
“Wij vertrekken”, aldus Schaghen, “van nul en hebben dan niets op papier staan. Wij gaan eerst met behulp van een belevingsscan in gesprek met de bewoners en stellen ze daarbij vier basisvragen. Wat is goed en waar moeten we zuinig op zijn? Wat is niet goed en kunnen we verbeteren? Wat mis je en kunnen we toevoegen? En wat is overbodig? Mensen kunnen ook op een kaart aangeven wat ze goed of niet goed vinden. Vervolgens brengen we op een ‘haal-informatieavond’ in beeld wat de mensen zelf hebben gezegd. Daarbij werken wij heel vaak met 3D-beelden, want daarmee kunnen wij een eerlijk verhaal vertellen. Een plan hebben wij dan niet, want pas daarna beginnen we met de uitwerking in de werksessies. Eén van die werksessies is altijd de CEES-sessie.”
CEES
Om circulaire en klimaatadaptieve opgaven in te vullen, gebruikt Kragten de tools CEES-Duurzaam en CLAIR-Circulair. CEES staat voor Circulair, Energie, Ecologie en Samenleving. Het is een pragmatische methodiek om in een vroeg stadium in een project duurzaamheidskansen te identificeren. Met de CEES-tool worden zes duurzaamheidsthema’s en project-specifieke kansen en ambities in beeld gebracht (biodiversiteit, grondstoffen, klimaatadaptatie, energie, milieukwaliteit en mobiliteit). Vanwege de complexiteit van het totale circulariteitsvraagstuk is er ook de werkmethodiek CLAIR. Hiermee wordt een verdiepingsslag gemaakt en oplossingsrichtingen met betrekking tot circulariteit geformuleerd.
De Norbertijnenstraat wordt gekenmerkt door de krachtige uitstraling van de bomen.
CEES staat bij Kragten voor een integraal duurzaam advies (zie kader), waarbij je het ene duurzaamheidsthema niet los kunt zien van de andere. Collega René Salden (adviseur duurzaamheid) licht toe: “Een circulaire oplossing mag geen negatief effect hebben op de andere thema's. De circulaire economie is een heel breed thema en gaat niet alleen over hergebruik of over circulaire materialen. Het is veel breder dan dat. Het is een compleet economisch systeem, waarbinnen we een positieve bijdrage leveren aan klimaatverandering, biodiversiteit en het milieu. Ook de leveringszekerheid van grondstoffen moet geborgd blijven en verder gaat de circulaire economie natuurlijk ook over de CO2-uitstoot. Met CEES maken we een eerste schifting tussen alle duurzaamheidsthema’s en verwerken we dat vervolgens integraal en stapsgewijs. In twee, drie korte werksessies worden dan per project de ambities en de mogelijkheden bepaald.”
Nieuw tapijt
Zo’n project kan bijvoorbeeld de herinrichting van een straat zijn. Schaghen weet wat daarbij de verwachting is van alle betrokkenen. “Bewoners, gemeente, beheer, eigenlijk willen ze allemaal een nieuw tapijt, dus een volledig nieuwe bestrating. Om dan onze filosofie toe te passen is wel een uitdaging. Dat doe je door veel informeren, uitleggen, meenemen en hen weloverwogen te betrekken bij de keuzes. Zo gaan we omwille van de circulariteit de straat niet herprofileren, maar herstraten. Daarbij krijg je eerst te maken met de richtlijnen uit het handboek Duurzaam Veilig dat de gemeente altijd als bijbel hanteert. Dan is een afwijkende keuze lastig om intern bij de opdrachtgever en ook bij bewoners erdoor te krijgen. Natuurlijk begint men altijd met de standaard, maar dan kunnen we bijna geen enkele stap richting circulariteit doen. Dat dit wél kan, is wat tussen de oren moet komen, bij ons intern, maar ook bij opdrachtgevers en zeker ook bij bewoners.”
Visualiseren
Joop Schaghen: “Circulariteit en duurzaamheid zijn ambities die wij van tevoren met bewoners en de gemeente hebben afgesproken. Circulariteit is een containerbegrip dat ook over CO2-reductie gaat. Daarom laten wij zien wat het betekent als we bomen of bestrating kunnen handhaven ten opzichte van het toepassen van nieuwe bomen. Dat hebben we laten doorrekenen en inzichtelijk gemaakt voor dit project. Zo is de CO2-reductie in dit project goed voor 1500 ritjes Amsterdam-Paris. Door het resultaat op deze manier zichtbaar te maken (afbeelding onder; red.), krijgt iedereen ineens het juiste gevoel bij het resultaat van de inspanning.”
Ter verduidelijking is de CO2-reductie in het project Norbertijnenstraat doorgerekend en inzichtelijk gemaakt.
Het positieve nieuws daarbij is dat de circulaire insteek ook kosten kan schelen. Salden zag dat eerder bij een project in Helmond: “Voorheen zat er asfalt in de straat en na een zorgvuldige circulaire materiaalstudie zijn dat deels hergebruikte straatbakstenen geworden. We hebben daar bewust voor gekozen, omdat dit veel langer meegaat, een mooiere uitstraling heeft en toch ook voldoet aan Duurzaam Veilig. Zou je in plaats van straatbakstenen kiezen voor asfalt of betonstraatstenen, dan doe je de CO2-reductie in één klap teniet. Het mooie is bovendien dat er op de gemeentewerf nog 2000 vierkante meter straatbakstenen lag. Die hebben we kunnen inzetten voor de parkeervakken en de plateaus.”
Hogere restwaarde
In dit soort projecten werkt Kragten nu altijd met een circulaire kostenraming. Salden vervolgt: “Naast een standaard kostenraming van de verschillende ontwerpstappen, hebben we er in Helmond een circulaire component aan toegevoegd. Dat betekent dat je de total cost of ownership meeneemt en ook de restwaarde. Door het toepassen van hergebruikte materialen vielen de investeringen in Helmond uiteindelijk mee. Sterker: de straat heeft nu een veel hogere restwaarde.”
Terug naar Geleen, waar de Norbertijnenstraat ook gekenmerkt wordt door de krachtige uitstraling van de bomen. Schaghen: “Die bepalen de sfeer van deze straat. De gemeente had al gezegd dat de bomen weg mochten, want het gewenste profiel van de straat paste er anders niet in. De bewoners zeiden echter ‘nee’.” Salden vervolgt: “Wethouder Geilen heeft toen echt daadkracht getoond, voor draagvlak gezorgd en ook zijn groene hart laten spreken. Daarin loopt hij echt voorop.” De meeste en vooral markante bomen zijn dus gebleven en het profiel met parkeervakken en nieuwe bomen voegden zich naar die situatie.
Joop Schaghen: ‘Circulariteit moet tussen de oren komen, bij ons, bij opdrachtgevers en zeker ook bij bewoners.”
Aan de voorkant
Omdat er 15 procent minder verharding is toegepast, betekent dat voor de afdeling groenbeheer 15 procent meer groen om te onderhouden. Salden: “Als budgetten in een gemeente verkokerd zijn, is het soms lastig om die over te hevelen van de ene naar de andere afdeling. Dat vraagt wat van een organisatie en wij denken daarbij mee, omdat dat het toch belangrijk is. De Rijksoverheid heeft immers als doel om in 2050 volledig circulair te zijn en daaruit zijn actieprogramma’s voortgekomen. Ook bij lagere overheden zien we nu heel vaak dat circulariteit in een inkooptraject komt. Je ziet dat het onderwerp steeds minder vaak pas op het laatst erin wordt gefietst, maar al aan de voorkant.”
Schaghen gaat verder: “Voor ons is het in ieder geval niet meer vrijblijvend. Wij vinden dit een maatschappelijke opgave die ons allemaal treft. Het is een groeiproces. Het is een transitie. Maar wij wachten niet en kiezen voor experimenten en pilots. Zo zijn we nu in Didam bezig met de ontwikkeling van woningbouw. Daar hebben we onder de aandacht kunnen brengen dat we eerst alles in beeld brengen vanuit de thema’s biodiversiteit, circulariteit en klimaatadaptatie. Daarna gaan we pas het programma schrijven.”
“Het is uniek”, besluit Schaghen, “dat we in zo’n vroeg stadium de opdrachtgever meekrijgen. Hierbij leren wij veel van de gemeente. Dus help elkaar en laat de koudwatervrees erbuiten. Wij hebben een missie en zijn ambassadeurs. Als je met ons mee wilt, mag je instappen en dan gaan we samen op weg. Want ook kennis delen is duurzaam.”
Top-10 maatregelen
Norbertijnenstraat Geleen
Circulariteit
• 109 bomen handhaven; toevoegen 20 biodiverse bomen
• Hergebruik trottoirbanden, verticaal (!) toegepast als zit-/keerwand (32 m)
• Reduceren verhardingsoppervlak (1150 m2) t.o.v. bestaand
• 60m3 circulair bomengranulaat tevens 50% waterberging
• Circulair materiaal trottoir (1600 m2) i.p.v. beton
• Bovengrondse waterberging i.p.v. ondergrondse voorziening (12 m3)
Klimaatadaptatie
• 1500 m2 waterpasserende verharding; cementloos
• 75 m3 waterberging ondergronds; kratten
• Toevoegen 1150 m2 groen
Biodiversiteit
• Gebruik prairiebeplanting 650 m2, bloemrijke borders