De verdwenen waterlelies van Ludwig Mies van der Rohe en Lilly Reich
Tekst: Reinoud Schaatsbergen en Ysbrand Visser; beeld: CENTRALA
Het door Ludwig Mies van der Rohe en Lilly Reich ontworpen ‘Barcelona-paviljoen’ is opnieuw een inspiratiebron, maar dit keer voor landschapsarchitecten en natuurinclusiviteit. Met een hoofdrol voor witte waterlelies. “De natuur heeft onze afwezigheid nodig om goed te kunnen gedijen.”
Het beroemde Mies van der Rohe Paviljoen, dat werd ontmanteld na de Internationale Tentoonstelling van Barcelona (1929), bleek in de loop der jaren een belangrijk referentiepunt van de twintigste-eeuwse architectuur. Vandaar de in 1986 voltooide reconstructie, waarbij echter één grote omissie werd gemaakt: de oorspronkelijke beplanting bleef achterwege. In een recent Pools project door CENTRALA (Simone De Iacobis, Małgorzata Kuciewicz) en curator Aleksandra Kędziorek, wordt dat euvel nu hersteld.
Bekijk ter introductie eerst deze video:
Het vergroenen van een vijver lijkt niet een extreme ingreep, maar de ideeën over natuurinclusief ontwerpen zijn een eeuw later wel erg veranderd. Voor dit project zijn daarom twee lijnen uitgedacht: teruggrijpen op de geschiedenis van de plek en het vergroten van de biodiversiteit. In plaats van een natuurgetrouwe kopie wil het team nu meer zaken uitwerken, zoals de rijkdom van waterplanten en haar relatie tot architectuur.
Het was voor het ontwerpteam ook niet gemakkelijk om met de vergroening aan de slag te gaan. Zo is er bij de reconstructie van veertig jaar geleden een kelder toegevoegd en de diepte van het water veranderde fors. Van een meter bleef maar dertig centimeter over, wat het vergroenen aanzienlijk bemoeilijkt. Bij die hele reconstructie werd de beplanting echter over het hoofd gezien. Er was wel veel documentatie verzameld en nauwkeurig onderzoek gedaan, maar men richtte zich volledig op de architectuur.
Oudere foto’s van het originele paviljoen laten bijvoorbeeld duidelijk de aanwezigheid van waterplanten zien en ze maakten ook onderdeel uit van de compositie. Ooit waren ze een belangrijk element in architectuurontwerpen, maar dat verdween in de loop der tijd. Waar ze aanvankelijk het water schoon hielden zonder elektriciteit en chemische toevoegingen, verdwenen ze omdat het toevoegen van chloor effectiever bleek. Ook het onderhoud werd zo veel gemakkelijker. Intussen is ‘groen’ weer helemaal terug op de agenda en passen landschapsontwerpers planten niet alleen toe voor decoratie, maar ook weer voor het reinigen van water en het vergroten van de biodiversiteit van stedelijke ecosystemen.
Plantenbakken
Op basis van historisch onderzoek is door CENTRALA een fijnmazig plan uitgewerkt, met aandacht voor de temperatuur in de winter, de waterkwaliteit en een manier om op natuurlijke wijze muggen te verjagen. De ingreep - meer een proef of proces dan een project - was meer dan welkom, want het water was zo vergiftigd dat er geen leven meer inzat. De ontwerpers concentreerden zich op witte Catalaanse waterlelies, terwijl een lokale expert, Carles Palau (waterplantencentrum Tres Turons), als botanisch expert verantwoordelijk was voor het revitaliseren van overige, bedreigde soorten. Bij de proef werd ook een plantenbak gebruikt die CENTRALA eerder ontwikkelde. Na een testfase zijn de bakken dit voorjaar teruggebracht in het paviljoen.
De populariteit van waterlelies is ooit ontstaan nadat ze tijdens expedities in de koloniale tijd zijn ontdekt. Er zijn meer dan honderd soorten witte waterlelies, waarvan er enkelen in hun bestaan worden bedreigd, zoals de inheemse, Catalaanse witte waterlelie. Het Poolse team koos voor deze witte waterlelies, omdat die het best aansloten bij het schone image van het paviljoen in Barcelona. Dit jaar zijn er echter ook gele en roze waterlelies geplant, want die blijken in de geringe diepte van het water beter te gedijen. De planten zijn inmiddels ambassadeurs geworden van het vergroenen van stedelijke vijvers.
(Linksboven) Van achter naar het team van CENTRALA: Aleksandra Kędziorek Simone De Iacobis Małgorzata Kuciewicz | (Rechtsboven) Historische beeld van het eerste Barcelona Paviljoen (1929). | (linksonder) Zelfs zeer eenvoudige aanpassingen een groot verschil kunnen maken.
‘Opmerkelijke stijging van de biodiversiteit in en rond het bassin’
Nieuwe interpretaties
Hoewel het nog om een tijdelijke plaatsing gaat, is het de ambitie van het ontwerpteam om de planten permanent te laten landen in het paviljoen. Inmiddels zijn er ook andere planten, insecten and micro-organismen toegevoegd, vooral ook om het water schoon te houden en de hoeveelheid micro-organismen in het water te vergroten, wat de groei van de waterlelies stimuleert.
“Vanuit Warschau kunnen we nu niet regelmatig bekijken hoe het gaat”, vertelt Simone De Iacobis, “maar de mensen van de Mies van der Rohe Foundation stellen dat er een opmerkelijke stijging is te zien van de biodiversiteit in en rond het bassin. Met bijvoorbeeld kikkers en enkele vogelsoorten, zoals eenden. Ook zijn er nieuwe type planten in het water ontdekt en zelf hebben we er libellenlarven gezien. Na onze interventie is er nog geen echte inventarisatie geweest.”
Aleksandra Kędziorek voegt toe: “Dit project biedt nieuwe interpretaties van het iconische paviljoen, waarbij de vijver niet langer alleen een vlak en reflecterend oppervlak is dat bijdraagt aan de abstracte structuur van het gebouw. Het geheel vormt nu ook een klein ecosysteem dat resoneert met de ritmes van de natuur. Het project zorgt bovendien voor diverse nieuwe debatten over biodiversiteit, renaturalisatie en het ontwerpen van stedelijke microklimaten. Denk verder ook aan de mogelijkheden om met monumentenzorg en nieuwe beplanting de biodiversiteit te vergroten.”
Eenvoudige aanpassingen
Voor natuurinclusief ontwerpen in het algemeen adviseert het Poolse team dat zelfs zeer eenvoudige aanpassingen een groot verschil kunnen maken. De Iacobis: “Door bijvoorbeeld een gepleisterde gevel te renoveren met een structuurpleister, kunnen er klimplanten groeien, zoals klimop. Die klimop kan vervolgens een schuilplaats bieden voor vleermuizen en de herfstbloemen van de klimop zijn een belangrijke voedselbron voor insecten in deze verder dorre tijd van het jaar. Later in het seizoen zijn de bessen een voedselbron voor veel verschillende vogelsoorten.”
“Een ander systemisch voorbeeld zijn nestkasten. Deze holle, rechthoekige dozen worden gemaakt van een ademend mengsel van beton en hout of steen. Wanneer ze in muren worden geïntegreerd, brengen ze de isolatie niet in gevaar. Het enige deel dat van buiten het gebouw zichtbaar is, is een kleine opening of toegang. Deze oplossing biedt een veilige broedplaats voor diverse vogelsoorten zoals gierzwaluwen, huismussen, huiszwaluwen, pimpelmezen, koolmezen, spreeuwen en boomklevers. Ons advies in het algemeen is om de controle over bepaalde delen van grote complexen te versoepelen of zelfs af te staan. De natuur heeft onze afwezigheid nodig om goed te kunnen gedijen.”
Een klein jaar geleden organiseerde het Poolse ontwerpteam een speciale, deels online bijeenkomst over het project, waarin je veel meer achtergronden ontdekt. Bekijk hier de uitgebreide video (1.40 uur). Veel meer informatie ontdek je op deze website: https://centrala.net.pl/miess-waterlilies/
De door CENTRALA ontwikkelde plantenbak.