Blue zones: niet nieuw, wel nuttig
Dorte Kristensen gelooft in het gedachtegoed erachter
Op donderdag 20 juni vond in Zwolle weliswaar voor het eerst het Blue Zone Festival plaats, maar het begrip is volgens de Deense architect Dorte Kristensen ook deels oude wijn in nieuwe zakken. Ze steunt wel de uitgangspunten van de blue zone. Bovendien zijn er verschillende zaken waar een architect of stedenbouwkundige invloed op kan uitoefenen.
Kop van Dok Vlissingen (foto: Marcel van der Burg).
Tekst: Peter Bekkering
Dorte Kristensen (zie kader) heeft een korte maar krachtige definitie van een blue zone: “Een plek waar je heel oud wordt. Daarbij gaat het zowel om fysieke als mentale gezondheid en behelst het een scala aan onderdelen: fysiek bezig zijn, een verstandig eetpatroon, om persoonlijke doelen en evenwicht, stressmanagement, goede sociale structuren en volgens sommigen - ik zet daar overigens mijn vraagtekens bij - zelfs om religie.”
Dorte Kristensen
Dorte Kristensen, die in 1963 werd geboren in het Deense Århus, is architect en sinds 35 jaar werkzaam voor atelier PRO, waarvan ze sinds 2003 directeur is. Ze houdt zich binnen het bureau bezig met architectuur richting de kleine schaal, dat wil zeggen architectuur, interieur, detaillering en tactiliteit. Het bureau is werkzaam in alle sectoren. “We zijn bewust omnivoren omdat we de frisse onderzoekende geest willen behouden van een oorspronkelijke denker. We willen steeds getriggerd worden door nieuwe dingen. Als je namelijk teveel in je eigen straatje blijft, ga je in je eigen onzin geloven.”
Volgens Kristensen is de term blue zone deels oude wijn in nieuwe zakken. Ze legt uit: “Ik werk veel in de zorg en daar wordt vaak de term healing environment gebruikt. Als je daar goed naar kijkt, gaat het echter vaak om dezelfde zaken als bij blue zones. In het verleden schreven bovendien ook mensen als Florence Nightingale (1820-1910) en Vitruvius (85-20 voor Christus) al over een gezonde leefomgeving. Als je er namelijk goed naar kijkt, draait het bij blue zones om gezond verstand, om mens sana in corpore sano, een gezonde geest in een gezond lichaam. Het neemt allemaal overigens niet weg dat er hele waardevolle elementen in blue zones zitten. Want wat wel nieuw is aan de blue zones is dat al deze bovengenoemde zaken onderzocht zijn.”
Beïnvloeden in blue zones
In blue zones zijn er verschillende zaken die je als architect en stedenbouwer kunt beïnvloeden. “Het begint ermee dat de plek waar je als architect of stedenbouwkundige je interventie doet een gezonde omgeving is.
Vervolgens is er een aantal primaire zaken: lucht, licht, zicht, voelen, bewegen. Dat betekent bij lucht zorgen voor frisse lucht, goede ventilatie, geen uitwasemende materialen. Bij licht gaat het om voldoende daglicht - ‘honing voor de ziel’ - en goede verlichting; dat reduceert stress. Bij zicht gaat het om te zorgen voor een betekenisvol uitzicht. De kwaliteit van een kop thee in een vensterbank en ondertussen wegdromend naar buiten kijken is namelijk niet te versmaden. Ook het voelen van materialen en de tactiliteit ervan doet iets met je.
In de volgende schil gaat het om de beleving. Dat gaat onder meer over schaal. Wat zie je, voel je je op je gemak, is het veilig? Daarbij noem ik Jan Gehl, een Deense stedenbouwer die veel geschreven heeft over leven tussen de huizen. Daarbij behandelt hij onder meer hoe je om moet gaan met de kwaliteit van (semi)openbare ruimte tussen huizen, hoe je de schaal goed krijgt, hoe je duidelijkheid krijgt over de overgangen tussen privé, collectief en openbaar en over de vindbaarheid, logica en leesbaarheid.
Het zijn allemaal zaken die gaan over beleving, over stress en over welbevinden. Soms gaan ze ook over kleine geneugten in het leven zoals toevallige ontmoetingen of de eerdergenoemde kop thee in de vensterbank.” Een architect of stedenbouwkundige kan dat allemaal beïnvloeden, zegt Kristensen: “Door fijnzinnig, met aandacht en zorgvuldig, grenzen te ontwerpen zorgt hij voor welbevinden en een goed gebruik van de gebouwde omgeving.”
‘Ik denk dat we op de goede weg zijn’
Het brengt Kristensen bij het volgende onderdeel, de omgeving waarin de architect of stedenbouwkundige ontwerpt. Is die omgeving groen, is er zon, is er schaduw, kun je vogels horen zingen. “Het komt neer op: heb je toegang in de omgeving tot wat je begeert?”
Resumerend: “De zaken die wij als architect en stedenbouwkundige in een blue zone kunnen beïnvloeden zijn zaken als welbevinden, kansen op sociale interactie en aandacht en zorgvuldigheid bij de aansluiting tussen het private, semi-private en openbare leven. We kunnen er met onze ontwerpen aan bijdragen dat mensen eigen regie en keuzevrijheid hebben. Daarnaast zijn er natuurlijk ‘zachte’ aspecten waar we geen invloed op hebben, maar die wel belangrijk zijn voor een blue zone: frisse lucht, gezond eten en meer bewegen.”
Op de goede weg
Volgens Kristensen helpt het daarbij dat er steeds meer awareness is van het belang van klimaatbestendigheid, natuurinclusiviteit en biodiversiteit in elke architectonische en stedenbouwkundige opgave. Bovendien komt de overheid op dit gebied met steeds meer regelgeving. “In het verlengde daarvan zit ook meer aandacht voor groen, natuur en een gezonde leefomgeving. Als we het namelijk goed doen voor de bijen en de vleermuizen doen we het ook goed voor onszelf.” Ze is daarom optimistisch: “Ik denk dat we op de goede weg zijn.”
Kristensen blijft echter een dubbel gevoel houden bij blue zones: “Ik heb moeite met de term blue zone, maar totaal geen moeite met de zaken die ik als architect ervoor moet doen. Ik geloof in wat blue zones willen doen met de omgeving. Dat deed ik namelijk altijd al. Als architect wil je namelijk iets maken waar mensen zich goed voelen. Daarnaast vind ik dat we elkaar en onze omgeving verschuldigd zijn om de aarde beter achter te laten dan we de aarde gevonden hebben. Dat betekent dat we kijken hoe we met elkaar omgaan, hoe we met onze gebouwde omgeving omgaan en hoe we met de natuur omgaan. Voor dat alles heb ik geen blue zone nodig.”
Scheldehof
Woonzorgcentrum Scheldehof (atelier PRO; op de foto’s) ligt aan de stadshaven van Vlissingen, waar altijd wat te beleven is. De bewoners van Scheldehof wonen bovendien op loopafstand van het historische centrum.
Scheldehof ligt links van de haven met op de kop van het dok drie woontorens. Het ontmoeten van anderen staat centraal in dit ensemble van gebouwen, waar ook jongeren of mensen zonder specifieke zorgvraag kunnen wonen. In het nieuwe woongebouw zijn 48 units, waar psychogeriatrische patiënten in woongroepen worden gehuisvest. Ook zijn er 53 zelfstandige zorg(aanleun)woningen als grondgebonden woningen en appartementen. In de drie woontorens zijn 182 appartementen in een mix van sociale huur (71 appartementen) en middelduur en duurkoop (104 appartementen, 7 stadswoningen). De woningen zijn ontworpen met Woonkeur als guideline. Verder is er ruimte voor: grand café/brasserie, opleidingsruimte, atelierruimten, kapsalon, winkel, fysiotherapieruimte, film- en theaterzaal. Alle voorzieningen zijn openbaar toegankelijk. De locatiekeuze was voor de gemeente en WVO-zorg cruciaal, ook in het kader van de 15-minutenstad.